Hoe zat het ook alweer?
Een stukje geschiedenis​

Het is 1573. Ons land is verwikkeld in de 80-jarige oorlog met Spanje, de Spaanse katholieke koning Filips II is de baas over Nederland. Als meerdere steden in opstand komen, stuurt Filips een afgezant naar Nederland om orde op zaken te stellen: de hertog van Alva.
Met de geuzen strijdt Willem van Oranje tegen de Spaanse overheerser: hij wil de Spanjaarden verjagen en van de Nederlanden een zelfstandige staat maken. De Spanjaarden reageren met harde hand: plunderend en brandstichtend gaan ze door steden als Zutphen en Naarden. Ook Haarlem wordt na een lange belegering ingenomen. Alkmaar is daarna aan de beurt.

Hoorn is solidair met Alkmaar en stuurt in het najaar van 1573 manschappen en kanonnen naar de stad om te helpen bij de strijd tegen de Spanjaarden. De Alkmaarse bevolking houdt moedig stand. Dan worden de dijken rondom Alkmaar doorgestoken, de Spaanse soldaten krijgen natte voeten en slaan op 8 oktober 1573 op de vlucht. ‘Bij Alkmaar begint de Victorie’, maar… op de Zuiderzee gaat de strijd met de Spanjaarden door. Een enorme vloot is vanuit het Spaansgezinde Amsterdam de Zuiderzee opgegaan om die vrij te maken van opstandelingen die de handelsroutes blokkeren. Hoorn vreest al enige tijd voor een aanval over land of over zee, en dat terwijl de kanonnen nog in Alkmaar zijn! In allerijl moeten er nieuwe kanonnen worden gemaakt. Metalen hekken en andere zaken moeten eraan geloven: ze worden door de ongeruste Hoornse bevolking naar de Oosterkerk gebracht en daar omgesmolten. Ze weten maar al te goed wat er met Naarden, Zutphen en Haarlem is gebeurd.

Een strijd die niet te winnen lijkt
De kanonnen zijn net op tijd klaar, want de wind draait en de Spaanse Vloot zet koers richting Hoorn: op 11 oktober 1573 raken de Spanjaarden slaags met de watergeuzen in het Hoornse Hop. Het lijkt een strijd die bij voorbaat verloren is: het Spaanse admiraliteitsschip van bevelhebber Bossu is met zijn enorme omvang en bewapening schijnbaar onoverwinnelijk. En ook de rest van de vloot en Spaanse manschappen in Bossu’s kielzog zijn een veel te grote overmacht voor de Watergeuzen en de Hoornse en verenigde Westfriese bevolking, al vechten ze met man en macht.
De Hoornse Schipper Jan Floor heeft inmiddels het bevel over de Hollandse vloot overgenomen van de gewonde Cornelis Dircksz, burgemeester van Monnickendam. De opstandelingen doen wat ze kunnen: ze gaan zelfs in roeibootjes de vijand te lijf.

De moed van Jan Haring
De Hoornse matroos Jan Haring is erbij als het schip van Jan Floor de Inquisitie entert. In een flits weet hij wat te doen. Hij klimt in het want van het admiraliteitsschip en haalt de admiraliteitsvlag eigenhandig naar beneden. Jan Haring wordt uit de mast vanhet schip geschoten en stort dodelijk getroffen neer op het dek, maar het blijkt de ommekeer in de strijd: de andere Spaanse schepen denken dat Admiraal Bossu zich overgegeven heeft. Zij vluchten terug naar Amsterdam. Het gevecht rondom het admiraliteitsschip en enkele andere overgebleven Spaanse schepen duurt nog een hele nacht, maar op 12 oktober geven de Spanjaarden zich over. Bossu wordt met 200 soldaten in Hoorn gevangengezet. Het lichaam van Jan Haring wordt met eerbied door de stad gedragen en in de Oosterkerk opgebaard.

Hoorn wint de vrijheid
Na het winnen van de Slag op de Zuiderzee breekt in de Noordkop en Westfriesland een periode van grote welvaart aan. De vijand is uit onze contreien verdreven en zal er ook niet meer terugkomen. Vanuit de havensteden kan vrije handel worden gevoerd en Hoorn wordt het bestuurlijk centrum van het Noorden van Holland. Amsterdam, dat nog jarenlang in Spaanse handen is, kan geen handel meer drijven over zee en de Westfriese steden nemen die rol over. De zeevaart op vooral de Oostzee en Middellandse zee breidt zich snel uit tot een zeer bloeiende internationale handel. De Hoornse hoogtijdagen beginnen: een periode van grote welvaart breekt aan.
De Slag op de Zuiderzee hoort bij de stad en haar ontstaansgeschiedenis, maar is dus ook van regionaal en landelijk belang geweest. Na de Slag op de Zuiderzee vertrok de landvoogd, de gehate Hertog van Alva, roemloos terug naar Spanje en Holland kon zich – ondanks de oorlog die vooral in de Zuidelijke Nederlanden nog jarenlang voortduurde – langzamerhand ontwikkelen tot een wereldmacht.

Meer over de historie
Kijk hier de korte film over de Slag met uitleg

 

Video afspelen